Nog 4 dagen: NHSB 75 jaar

Schaken in Noord-Holland – en natuurlijk overal – heeft iets tegenstrijdigs. Als bedrijven hun product willen aanprijzen als slim en intelligent, wordt er een advertentie met schaakbord en schaakstukken (bestaat er eigenlijk reclame, waarin dammen de aandacht moet trekken?) gemaakt. Als sporters de toeschouwers een saaie wedstrijd hebben voorgeschoteld, zetten de koppenmakers van de kranten ‘schaakvoetbal’ of ‘schaakvolleybal’ boven het verslag. Niet wetend dat negen van de tien schaakpartijen juist wel de moeite van het naspelen waard zijn.

Schaken heeft een verhouding met andere sporten, dat bleek enkele jaren geleden ook in het blad ‘Schaaknieuws’. Schaakjournalist Renzo Verwer opende een artikel over Lennox Lewis, toen bokswereldkampioen bij de zwaargewichten, met een uitspraak van de Brit: ,,Als ik een trainingskamp organiseer, ben ik de hele dag met schaken bezig. Minstens vier uur per dag.’’ Er werd ook bij geschreven dat sommigen hem een schaakbokser vinden, omdat hij in de ring te veel nadenkt.

Zijn coach Emmanuel Steward – had de tweede schaakwereldkampioen uit de historie niet vrijwel dezelfde voornaam? – zal wel tot die groep behoren. ,,In de dagen voor het gevecht probeer ik zijn schaakspel te verbergen. Ik haat het als ik Lewis achter het bord weer tien minuten lang zie piekeren en vier zetten vooruit zie denken voor hij zijn zet doet. In de ring doet hij hetzelfde.’’

In dezelfde periode kreeg de toenmalige tennistopper Anna Kournikova van tenniscoach Erik van Harpen een schaakbord. ,,Om vastheid te creëren in lange rally’s moet Kournikova de tactiek van haar tegenstandster leren doorgronden. Ze moet leren schaken in het tennis.’’ Een voorzichtige conclusie van het artikel: het lijkt erop dat als je een sporter achter een schaakbord zet, hij of zij daar in zijn eigen sport voordeel mee doet.

En waarom zou dat niet kloppen? In een voetbalwedstrijd bijvoorbeeld zijn talrijke situaties, waarin vooruitdenken de speler iets goeds kan opleveren. Als er over de rechterkant van het veld wordt aangevallen, staan meestal aan de linkerkant ploeggenoten vrij. Blind een bal breed geven is dan vaak een sterke zet, want de tegenstander rekent daar niet op en wordt door zo’n pass verrast.

Wielrenners denken op hun manier vooruit. Zij weten al voor het startschot waar de lastigste beklimming is. De topcoureur zorgt ervoor dat hij op weg daar naar toe uit de wind wordt gehouden, de concurrerende ploegen laten nog wel eens een meesterknecht demarreren. Die heeft kracht genoeg om na de top goed door te gaan en kan vervolgens de klassieker of etappe winnen.

Schaken lijkt me vooral goed voor duursporters. Een atleet, die de honderd meter als specialiteit heeft, heeft weinig aan vooruit- of strategisch denken. Het is wel geschikt voor een marathonloper, die net als een schaker moet weten wat de sterke en zwakke punten van zijn tegenstanders zijn. Inzet alleen is niet voldoende om na 42 kilometer en 195 meter hoog te eindigen, slim de wedstrijd lopen (krachten verdelen) hoort er eveneens bij.

In teamsporten is tactiek belangrijk, schakers hebben het over een plan. Geef handballers, volleyballers, basketballers en voetballers 64 velden en ze worden er in hun sport beter van, als ze een paar maanden vooral torens en paarden hebben verzet in plaats van pilonnen en minidoeltjes. Dan schieten of smashen ze niet meer als dat ook niet kan, maar hebben ze geleerd het juiste moment af te wachten.

De Noordhollandse Schaakbond jubileert op 17 november in De Rietschoot in Koedijk. Leden en bestuursleden van de NHSB kunnen tussen 11.00 en 16.00 aan allerlei vormen van schaken meedoen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *