64+ (deel 2)

Al snel op de tweede middag van het NHSB-lentekampioenschap moet ik denken aan een liedje van André van Duin. De volkskomiek zong in de nazomer van 1985 over ‘een boutje en een moertje en een schroefie en een nippeltje’.

Dat is wel toepasselijk tijdens de eerste uren van de tweede ronde. Bij Lindendael, de speellocatie, is men druk bezig met een verbouwing. De openingszetten worden bepaald niet in een stille omgeving uitgevoerd. Het geluid van ritmisch getimmer en eentonig geboor vult het ‘Franse plein’, waar de zeventig deelnemers zich er overigens nauwelijks aan storen.

Verschillende veteranen hebben na afloop van hun partij een aardig kleurtje op het gezicht. Het plein heeft een piramidevormig glazen dak en de zon laat zich lange tijd zien. De spelers die helemaal links (gezien vanaf de ingang) tegen de muur zitten, krijgen de warme stralen de hele middag op hun wangen. ,,En mijn zonnebril heb ik net thuis gelaten’’, zegt Jan Haijer, kort nadat echtgenote en gastvrouw Sientje op de gong heeft geslagen. Zijn opmerking klinkt zeker niet als gemopper.

Een andere consequentie van de verbouwing: uit hetzelfde kopje of glas blijven drinken. Wedstrijdleider Gerard van der Graaf legt in zijn wekelijks openingswoordje uit dat de gastvrouwen anders honderden meters moeten lopen om schone kopjes en glazen te halen. Het geschraap van schuivende stoelen, over de betegelde vloer, nemen de schakers op de koop toe.

Vol bewondering kijk ik op het bord naast me, waar Jan Haijer (een clubgenoot) zich prachtig naar de winst speelt. Hij is trots – en terecht – op zijn 27. … Ta8, waarmee hij de promotie van de a-pion veilig stelt. Bewondering heb ik overigens ook voor zijn tegenstander Wim Driessen die na een ernstige ziekte toch weer achter het bord zit en zich kranig weert. Maar zwart weet dat het punt binnen handbereik is en speelt er voor. De laatste negen zetten, damemanoeuvres leiden tot mat, gaan in welgeteld 32 seconden.

Na twee ronden is er in de hoogste groep één koploper: Dick Mantel. De Andijker heeft tegen Jaap de Best (die vorig jaar in het herfstkampioenschap in IJmuiden met Martin Duinmaijer gedeeld tweede is geworden) in een eindspel met twee torens voor beiden een vrijpion op de f-lijn. Als de West-Fries nog een pionnetje meepakt, heeft hij op de koningsvleugel drie vrijpionnen. En dat is niet best, beseft de zwart die geen tegenspel meer heeft.

Wim Driessen – Jan Haijer 0-1
1. d4 d5 2. Lg5 Pf6 3. Lxf6 exf6 4. e3 c6 5. c4 Lb4+ 6. Pc3 Le6 7. cxd5 Lxc3+ 8. bxc3 cxd5 9. Ld3 Pd7 10. Pf3 Da5 11. Db3 Db6 12. 0-0 Dxb3 13. axb3 0-0 14. Tfc1 f5 15. c4 Pf6 16. Pe5 Pg4 17. cxd5 Pxe5 18. dxe5 Lxd5 19. Lxf5 Lxb3 20. Le4 a5 21. Tc7 Ta7 22. Tac1 g6 23. Te7 Td8 24. Lf3 a4 25. Tcc7 a3 26. Txb7 Txb7 27. Txb7 Ta8 28. Txb3 a2 29. g3 a1D+ 30. Kg2 Tc8 31. Ld5 Dxe5 32. e4 Te8 33. Tb5 Da1 34. Tb7 Tf8 35. f4 Kg7 36. e5 Dd4. Zo’n dertig zetten later beëindigt zwart de partij met een matzet.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *