64+ (deel 1)

Half maart alweer. Sinds 2004 is het Hoornse verpleeghuis Lindendael het aangename gasthuis voor de veteranen van de Noordhollandse Schaakbond. Het lentekampioenschap staat op het punt van beginnen.

Woensdag 18 maart.

11.30 uur
We hebben een mooi toernooicomité. Gerard van der Graaf (wedstrijdleiding), Herman Muller (voorzitter), Stef Goddijn (secretaris), Aad Laan (penningmeester en deelnemersadministratie), Gerrit van der Hoff (draaiboek) en ik (pr). Vanwege de eerste ronde heeft Gerard gevraagd of iedereen wat eerder wil komen.

12.00 uur
Rondom een ronde tafel in de eetzaal zijn de laatste bespreekpunten nog even doorgenomen. Voordat het comité de zaal gaat inrichten, wil het eerst de soep van Lindendael proeven. Van hoge kwaliteit, om een schaakterm te gebruiken. Vanwege het record aantal deelnemers (84) wordt er in vier groepen gespeeld. In de ruime speelzaal gaan we snel aan de slag om vier lange rijen te vormen. Het lijkt wel een vluggertje, zo snel tafels en stoelen hun plaatsen hebben gekregen.

12.30 uur
Dat biedt even tijd om de hond uit te laten. Na vijf minuten fietsen gaat Rex (Latijns voor koning, het belangrijkste schaakstuk) door de voordeur naar buiten. Tijdens de wandeling in prachtig lenteweer denk ik al na over de naderende partij.

13.00 uur
De eerste deelnemers zijn gearriveerd. Ze komen overal vandaan. Uit Den Helder, uit Haarlem, uit Amsterdam, uit Zaandam, uit diverse plaatsen in Noord-Holland. En er zijn natuurlijk een flink aantal leden van Caïssa die zeven woensdagmiddagen thuiswedstrijden spelen. Er worden veel handen geschud.

13.30 uur
Het welkomstwoord is van de voorzitter, Herman Muller. Hij doet dat op een originele manier, eindigend met het voordragen van het volgende gedicht:

,,Beste vrienden, veteranen,
welkom op dit schaakfestijn.
Een jaar voorbij, we zijn weer samen
in rozengeur en maneschijn.

U kent uzelf, u bent ervaren,
slim en geslepen is uw geest.
Nooit bij het klimmen van de jaren
bent u zo alert geweest.

Ga er maar eens goed voor zitten
en schudt uw opponent de hand.
Toon vriend’lijk hem uw kunstgebit en
vraag naar zijn gemoedstoestand.

‘k Wens u gloedvolle partijen,
wij verwelkomen die trend.
Het blijft een sfeervol bakkeleien
Met scherpte van begin tot end.

En raakt u soms na uren strijd
uw welverdiende zege kwijt.
En denkt u iets of wat verbeten:
een remise had erin gezeten.
Wat niet meer helpt, is zelfverwijt.’’

14.00 uur
Wat een toeval. Vorige week heb ik op de clubavond van Caïssa historisch materiaal van Arnold van der Wolff gekregen. Onder andere het eerste officiële clubblad, van 1 december 1947. Bij het opruimen van spullen van zijn (overleden) vader Gerrit, vele jaren een zeer gewaardeerd lid van de vereniging, was hij dat tegengekomen. De oudst genoteerde Caïssa-partij dateert van 29 oktober 1947 en komt uit de bondswedstrijd tegen Morphy. De Helderse witspeler is Steef van Amersfoort. En wie zit er ruim 61 jaar later tegenover me: Steef van Amersfoort.

14.30 uur
De vrouwen zijn in de minderheid. Twee (Nel Sasbrink en Leni Poeze) zitten achter de tafels, drie staan er in de hoek. Vooral letterlijk, want Sientje Haijer, Fonneke van der Graaf en Riki Pomstra bemannen daar de belangrijkste plek van de speelzaal. Zij zorgen ervoor dat de deelnemers voldoende drinken – en eten – krijgen.

15.00 uur
Een glunderende clubgenoot schiet me aan. Hij, Arie Bruidegom, heeft zojuist zijn eerste partij gewonnen. Een paard achter staan, maar mat in één kunnen spelen. Voor de liefhebber, hierbij de notatie:

Jan Rietveld – Arie Bruidegom 0-1
(eerste ronde NHSB-lentekampioenschap voor veteranen; Hoorn, 18 maart 2009)
1. Pc3 c5 2. Pf3 d5 3. d4 cxd4 4. Pxd4 e6 5. e4 dxe4 6. Pxe4 Pf6 7. Lb5+ Ld7 8. Pxf6+ Dxf6 9. 0-0 Lc5 10. Lxd7+ Pxd7 11. Pb5 0-0 12. Dxd7 Tfd8 13. Dc7 Lxf2+ 14. Kh1 Lb6 15. Dc4 Tac8 16. De2 Txc2 17. De1 Dg6 18. Le3.

15.30 uur
Er is hoog bezoek. Fred Avis, voorzitter van de Noordhollandse Schaakbond, neemt een kijkje. Nu is Fred ook voorzitter van Caïssa (dat het lentekampioenschap heeft geadopteerd) en hij woont in Hoorn, maar toch. Leuk dat hij belangstelling toont.

16.00 uur
Steef van Amersfoort neemt na 61 jaar revanche op Caïssa. In die bondspartij van 29 oktober 1947 heeft hij het onderspit moeten delven, maar tegen mij verzilvert hij op kundige wijze zijn voordeeltjes. Strijdlust alleen is niet voldoende om met een actieve koning en loper tegen koning, paard en twee pionnen achterstand op te boksen. Wits stuk springt van het ene naar het andere goed veld.

16.30 uur
Ik maak een praatje met Jaap Avis (inderdaad, broer van), tijdelijk bewoner van Lindendael. Hij is op de drukte afgekomen en is geïnteresseerd in schaken. Met een lach op zijn gezicht zegt hij: ,,Vroeger heb ik als huisschaker regelmatig tegen Fred gespeeld. Toen hij zo vaak verloor, is hij gestopt om tegen mij te spelen en is hij lid van Caïssa geworden.’’

Jaap is nu postzegelverzamelaar en Fred een ruime 1900-schaker.

17.00 uur
Gerard van der Graaf kijkt tevreden rond. ,,We hadden dit veteranenkampioenschap vroeger in De Bodega in Beverwijk. Op een keer zei de eigenaar tegen me dat volgend jaar zijn café gesloopt zou zijn. Dat moet overigens nog steeds gebeuren, maar toen ging ik op zoek naar een andere locatie en zijn we hier in Lindendael terecht gekomen.’’

17.30 uur
Titelverdediger Peter Holscher is het langste bezig. Een teken dat de concurrentie het hem niet gemakkelijk zal maken. Maar met de kunde van een kampioen heeft een dusdanige stelling opgebouwd dat het incasseren van het eerste punt een kwestie van tijd is.

18.00 uur
Verschillende leden van het toernooicomité drinken een verdiend biertje. De kop is er af. Alle stoelen en tafels zijn weer opgeruimd. De 84 koningen, de 84 dames zitten in de Corus-dozen, de 168 torens, de 168 paarden, de 168 lopers en de 672 pionnen ook. Op 25 maart komen ze weer te voorschijn.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *