Oranje 1 heeft zich op het Europees teamkampioenschap voor senioren met dertien plaatsen verbeterd. De ploeg stond als 36^e op de plaatsingslijst en werd 23e.

Peter Holscher voegde in Dresden in de laatste drie ronden nog twee remises aan zijn score toe. Oranje speelde in zijn zevende wedstrijd 2-2 tegen Salzburg, waarin de clubkampioen van Caïssa zijn meerdere moest erkennen in Friedrich Woeber. Daarna werd Leipzig met 2½-1½ verslagen en het evenement werd afgesloten met een gelijkspel tegen Denemarken. Peter tekende voor remises tegen respectievelijk dr. Bernd Weber en Jorgen Jorgensen.

Oppermachtig kampioen werd Rusland dat alle (negen) wedstrijden won. De ploeg trad aan met vier grootmeesters (Nikolaj Poesjkov, Vitaly Tsesjkovsky, Oleg Tsjernikov en Evgeny Vasjoekov) en internationaal meester Aleksandr Petroesjkin. Het Zwitserland met Viktor Kortchnoi legde met vier punten achterstand beslag op de tweede plaats en Finland, met onder andere Heikki Westerinen, eindigde met weer een punt minder als derde.

Oranje 1 bestond naast Peter Holscher (8-2½) uit Frans Arp (7-6), Ben van Geffen (8-4), Arend van Oosten (7-4) en Otto Rost van Tonningen (6-2½). Het team behaalde elf wedstrijdpunten. SV Den Haag had er tien (28^e), het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap negen (39^e, Castricummer Gerrit Holsteijn scoorde 1½ uit zes) en Oranje 2 acht (57^e, de Waagtoren-routinier Henk Westerman had een score van 3½ uit negen). Er waren 78 landen- en clubploegen.