Als het dinsdag is, moet dit De Huesmolen zijn (11)

De competitie van Caïssa verloopt voor mij als de huidige winter voor de mensen in Hoorn: uitglijden en opstaan.

Op twee goede maanden zonder nederlagen volgden drie verliespartijen in vijf ronden. Elke keer na een teleurstelling fiets je een week later volle goede moed naar De Huesmolen om revanche op jezelf te nemen. Dat fietsen vol goede moed was op deze veertiende dinsdagavond vooral fietsen vol durf. Op de grote wegen is gestrooid, maar de bevroren sneeuw hebben van de straten in de wijken ijsbanen gemaakt.

In eerste instantie bood het programma 35 partijen, maar het worden er in het nieuwe 28. Veertien leden meer hebben zich afgemeld. Zij zijn niet de enigen. De bondswedstrijd Caïssa 6-De Groene Zes 2 gaat niet door, omdat de tegenstander uit Bovenkarspel afbelt. Als ik voorzichtig fietsend langs de Zwaagmergouw drie sirenes hoor en een politieauto met zwaailicht passeer, denk ik dat ze wel gelijk hebben.

Bij de Huesmolen aangekomen, ontdek ik dat ik de huissleutels vergeten ben. Een clublid biedt aan om bij hem te overnachten, maar via de mobiele telefoon van een ander clublid vraag ik thuis om de achterdeur om kwart over twaalf  ’s nachts niet op slot te doen.

Vlak voor het begin van de veertiende ronde kondigt Gerard Groot het snelschaakkampioenschap aan. Dat wordt op 28 december gehouden en ’21 december hoor ik wel wie er mee willen doen’. Gerard, bij deze meld ik me alvast aan.

Het programma is veranderd, maar mijn tegenstander niet. Sjoerd Kelder schuift aan en zit met zwart tegenover me. Zijn eerste zetten zijn 1. … a5 en 2. … h5. ,,Dat is de Baviaanvariant van de Oerang Oetang’’, legt de naast me zittende Lex Griffioen uit. Ik hou het op een SOS (Sjoerds Opening Surprise), maar ben na zijn successen met dat systeem tegen Erik Romkes (clubcompetitie) en Martin Duinmaijer (bondspartij) als derde de pisang.