Caïssa kampioen

Na vijf ronden was de stemming bij Caïssa opperbest. Een grote voorsprong op de nummer twee, de titel lonkte. Het gevaar dreigt om dan naast je schoenen te gaan lopen, maar dat gebeurde dinsdag in Alkmaar niet. Op eigen kracht werd het achttal van teamleider Erik van Tooren kampioen.

Met nog twee bondsronden te gaan had Caïssa vier punten en 11½ bordpunt meer dan De Eenhoorn 3. Hoe had het team de eerste plaats kunnen verspelen? Door twee keer met 7-1 te verliezen, terwijl de buren tweemaal met dezelfde cijfers moesten winnen. Het illustreert dat er normaal gesproken niets meer mis kon gaan, maar de ploeg paste er in de uitwedstrijd tegen De Waagtoren 4 voor om frivole dingen te gaan doen.

Het werd 4-4 en dat was een goede uitslag. Voor de Alkmaarders betekende het het vierde gelijkspel op rij, nadat ze achtereenvolgens ook KTV, Opening’64 en Bergen op 4-4 hadden gehouden. Opvallend op de eerste verdieping van ’t Gulden Vlies was wel dat vier Caïssa-spelers hun eerste bondsnederlaag van het seizoen leden. Maar uiteindelijk gaat het om het teamresultaat en de score van 36 bordpunten in zes wedstrijden (een hoog gemiddelde van zes) is dan ook een totaalprestatie. De onderlinge verschillen zijn klein.

Door het veroveren van het kampioenschap en de promotie naar de promotieklasse speelt Caïssa straks in het jubileumseizoen (in januari wordt de negentigste verjaardag gevierd) weer in de hoogste klasse van de Noordhollandse Schaakbond. Saillant detail is dat bij het 60-jarig bestaan Caïssa juist uit de promotieklasse degradeerde.

Van de eerste tot de laatste zet was de Alkmaars-Hoornse confrontatie heel spannend. Na een uur kon voorzichtig worden geconcludeerd dat het behalen van een zesde overwinning een lastige klus werd. Johan-Paul Hendriks stond een kwaliteit achter, Wouter Strating had zijn b-pion verspeeld. Daarentegen hadden Fred Avis en Michele Montenegro het initiatief.

Ton Wessels bracht het eerste punt binnen. Na een vlotte dameruil leek tegen Dick Bouma het eindspel remise-achtig. Beide spelers beschikten over een toren en een paard en zeven pionnen. Ton, met wit, won evenwel een pion en had na een afruil van de lichte stukken een actievere toren en die bleek beslissend.

Daar had de koploper niet lang plezier van. Marten Ploeger en Ton Fasel zetten een scherpe partij op, waarin Marten zijn dame in de stelling van wit plaatste. De gevaarlijke aanval sloeg echter niet door: 1-1. Ondertussen vocht Johan-Paul hard om overeind te blijven in een eindspel van toren met paard tegen twee torens van Gerrit Lemmen, maar moest de strijd staken nadat hij een pion had verloren.

Erik van Tooren en Peter Holscher tekenden voor prachtige overwinningen. Peter zat tegenover Aart Kögeler die in 1990, 1991 en 1992 in Caïssa’s clubcompetitie steeds achter Wilko van der Gracht op de tweede plaats eindigde. De twee maakten er aanvankelijk een tactische partij van, met vrijwel alle stukken op de eerste en tweede rij en de zevende en achtste rij. Het ging erom de juiste velden te vinden en die opzet bekroonde Peter op schitterende wijze. Van grote afstand (b7) sloeg een zwarte loper de eerste bres in de verdediging van Aart. De pion op f3 ging eraf. Ook de dame, een toren en een paard waren op de koningsstelling gericht met dreigingen van vorken en een gevaarlijke open g-lijn. Even leek een witte loper naar a3 roet in het eten te gooien met een matdreiging op f8, maar het rustig doorschuiven van een pion naar b4 deed wits aanvalskansen op slot. Na een verkeerde afruil van Aart had Peter opeens twee stukken meer: 2-2.

Erik had een pion van Anton Schermer gesnoept, maar leek een gepende pion te verliezen. Die redde hij toch en vervolgens boekte de kopman nogmaals pionwinst. De zwartspeler nam er een terug, maar keek tegen een vervelende vrijpion op d6 aan. Met een actieve dame en toren werd ook Eriks pion op b3 een vrijpion en een paar seconden na de gelijkmaker had Caïssa weer een voorsprong te pakken.

Fred Avis speelde een bizarre partij tegen Leonard Haakman die onder druk werd gezet en drie kwartier tijdsachterstand opliep. De Alkmaarse koning stond kwetsbaar op g8 (hij keek tegen een half open g-lijn aan), zwart had bovendien een dubbelpion op de f-lijn. Na een afruil bleven echter twee torens en twee lopers voor elk over, terwijl Fred een pion minder had. Hij moest bovendien een toren geven om promotie van de a-pion ongedaan te maken en het eindspel van Hoornse pionnen op de f-, g- en h-lijn tegen een toren en een pion op f6 was niet te houden: 3-3.

Ook de ontknoping bij Wouter Strating kwam onverwacht. Hij oefende heel lang druk uit op de a- en b-lijn van Jan Poland die net als ploeggenoot Gerrit Lemmen dit bondsseizoen een persoonlijke score van 5½ uit zes heeft. Met nog een paar seconden op de klok boog Wouter zijn achterstand van een pion om in een voorsprong van een pion, maar toen bleek de stelling opeens verliezend te zijn. Een paard sprong levensgevaarlijk richting de Hoornse koning en – ondersteund door de dame – mat kon niet worden voorkomen.

Ondertussen had Michele Montenegro in een mooi opgebouwde partij groot positioneel voordeel bereikt tegen Frits Leenart. Beetje bij beetje werden zijn aanvalskansen vergroot, en passant een pion en de kwaliteit meenemend. Uiteindelijk werd de Alkmaarse vorst in de hoek (h8) klemgezet. Met zijn vijfde bondsoverwinning (in vijf ronden) stelde Michele het kampioenschap van Caïssa veilig.

De Waagtoren 4-Caïssa 4-4:
Anton Schermer (1814)-Erik van Tooren (1888)…….0-1
Aart Kögeler (1810)-Peter Holscher (2090)……….0-1
Leonard Haakman (1832)-Fred Avis (1935)…………1-0
Dick Bouma (1792)-Ton Wessels (1915)……………0-1
Frits Leenart (1807)-Michele Montenegro (1852)…..0-1
Jan Poland (1769)-Wouter Strating (1880)………..1-0
Ton Fasel (1774)-Marten Ploeger (1825)………….1-0
Gerrit Lemmen (1769)-Johan-Paul Hendriks (1843)….1-0

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *