Als het dinsdag is, moet dit De Huesmolen zijn (41)

 

Waar ik de laatste tijd mee bezig ben? Met Joery Averbach, Jac. Haring en Jan Haijer. Ook de schaakwereld heeft zijn 3 J’s.

 

Het schaken in de vroegere Sovjet Unie neemt een bijzondere plaats in de wereldschaakgeschiedenis in. Door het grote aantal topspelers zijn er heel veel toppartijen gedocumenteerd, maar sinds de гласность (glasnost) van Michail Gorbatsjov is ook veel meer bekend over het leven van de schakers en hoe het er op toernooien, kampioenschappen en tijdens buitenlandse optredens aan toe ging.

Onlangs heb ik ‘Centre-stage and behind the scenes’ van Joery Averbach gekocht. In het boek wordt hij Yuri Averbakh genoemd, maar dat is de Engelse transcriptie van zijn naam in het Russisch. De Russen gebruiken cyrillische letters en dat alfabet kent een Nederlandse ‘vertaling’. Юрий Авербах in het Nederlands is daarom Joery Averbach.

Inmiddels heb ik 112 van de 268 pagina’s gelezen en kan ondertussen concluderen dat het een fantastisch boek is. Geen partijnotaties, geen diagrammen, maar wel een schat aan informatie over het schaakleven in de Sovjet Unie. Zo vertelt de auteur over Beniamin Bljoemenfeld (in het Engels Benjamin Blumenfeld) die zich na zijn schaakcarrière toelegt op de psychologie. Tijdens een partij tegen een jonge tegenstander maakt hij regelmatig notities. De jongeman staat op, kijkt wat er is geschreven en leest ‘Ik ben erg ongerust over de zet Dd5’. ,,Aha’’, denkt de knul, gaat zitten en speelt Dd5. Bljoemenfeld schrijft weer wat op, waarna de jongeman leest: ‘Mijn onervaren tegenstander is in de val getrapt en nu kan ik zijn dame winnen’.

Vorige week vertelde ik Jan Haijer – die ook gek op schaakhistorie is – over  mijn aankoop en vertelde erbij dat hij net zo oud is als Averbach. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht, al wist Jan dat wel. Vervolgens liep hij naar de speelzaal om achter het bord plaats te nemen voor zijn partij tegen Fred Avis. Caïssa’s nestor haalde een Averbachs niveau en strikte de clubkampioen van 2010 op fraaie wijze in een matnet.

Deze week had ik het op de dinsdagavond met Jan over Jac. Haring. Een van de groten uit de historie van Caïssa en als probleemcomponist in 1968 tot internationaal meester benoemd. Ik ben op zoek naar boeken van hem, met name de door Bert Kieboom geschreven ‘300 schaakproblemen van Jac. Haring’. Op internet lees ik echter regelmatig dat dat boek niet meer voorradig of te bestellen is.

Een dag later plofte er een enveloppe uit de brievenbus. Aangenaam verrast las ik een handgeschreven brief en zag het elfde deel van de serie over probleemcomponisten, uitgegeven door de Nederlandse Bond van Probleemvrienden. De hoofdrolspeler daarin is Jac. Haring.

Het oud-Caïssa-lid, in 1989 overleden, heeft onder anderen problemen met letters gecomponeerd. Het inspireert mij om iets met de letter J te gaan doen, opdat ik straks – met een ernstig gezicht – tegen Jan Haijer kan zeggen: ,,Jan, ik heb een probleem.’’

 



Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *