Jan Timman, Dimitri Reinderman, Harmen Jonkman, Wouter Spoelman. Je zou zeggen dat een achternaam met ‘man’ erin garant staat voor een grootmeestertitel.
Het lijstje kan nog veel langer. Walter Ader Hausman, Axel Bachmann, Knut Bøckman, Rainer Buhmann, Dimitri Bunzmann, Sieghart Dittmann, Josif Dorfman, Marcel Engelmann, Alberto Foguelman, Sergej Frejman, Daniël Fridman, Rafael Fridman, Gunnar Friedemann, Henryk Friedmann, Paulin Frydman, Eugênio German, Gennadi Gutman, Lev Gutman, Ernesto Hellmann, Abraham Helman, Ludwig Herrmann, Alejandro Hoffman, Michael Hoffmann, Aleksandr Huzman, Feliks Kibbermann, Stefan Kindermann, Boris Kreiman, Rajaram Laxman, Heinz Lehmann, Alex Lenderman, Alexander Naumann, Gustav Neumann, Luděk Pachman, Mehdi Pakdaman, Ziaur Rahman, Maurice Raizman, Paul Reissmann, Fritz Riemann, Marc Santo-Roman, Wilhelm Schönmann, Gabriël Schwartzman, Sethuraman Panaiappan Sethuraman, Yury Shulman, Jonathan Speelman, Rudolf Spielmann, Richard Teichmann, Wolfgang Uhlmann, Oscar Weizman, Otto Zimmermann. Allemaal schakers die aan grote internationale toernooien hebben meegedaan, deelnemers waren op Olympiades en tal van toppartijen hebben gespeeld. Met ‘man’ in de achternaam zit je wel goed.
Daar moest ik aan denken, toen de nieuwste ‘Matten’ door de postbode werd bezorgd. Bijkomen van een stevige dinsdagse strijd en dito bondswedstrijd kan het beste door schaakverhalen te lezen.
De nieuwste ‘Matten’ is een dubbelnummer (10 en 11) en in zijn geheel gewijd aan Jan Timman die op 14 december zijn zestigste verjaardag viert. Jammer dat dat op een woensdag is, want anders hadden we bij Caïssa voor aanvang van de vijftiende clubronde vast een ‘Lang zal hij leven’ gezongen. Het door John Kuipers geschreven boek is het levensverhaal – zonder partijnotaties en diagrammen – van een van de beste spelers uit de Nederlandse schaakgeschiedenis en toont bovendien weer eens aan dat zich op de 64 velden een boeiende wereld afspeelt.
Dat gebeurt in Wijk aan Zee, Amsterdam, Tilburg, Groningen, Rotterdam, om het bij de Nederlandse steden te houden. Maar eh, heeft Jan Timman wel eens in Hoorn geschaakt?