Bye

Onaangenaam was ik verrast toen ik om zeven uur mijn mailbox opende. Waar de voorlopige indeling voor mij een partij tegen Romke Dijkstra in petto had, had het definitieve lot mij een bye toebedeeld.

Meteen een mail naar Hans de deur uit dat hij snel een update van Sevilla moest ophalen waarin een JPH bye preventie zit. Maar Hans reageerde helaas niet en ik had eigenlijk ook helemaal geen tijd meer om zo’n JPH bye preventie te schrijven. 

Het enige wat je dan nog rest is toch gewoon naar de club te gaan en te hopen dat één van de waarde clubgenoten zich vergeet af te melden. Zelf was ik niet zo vroeg – in zo’n geval heeft aanwezig zijn voor half negen nauwelijks nut – en toen ik mij bij Hans aanmeldde waren de meeste ingedeelde spelers reeds omcirkeld. Iets wat de man met de bye met lede ogen aanziet. Mijn hoop was gesteld op een enkele nog afwezige clubgenoot, zoals Holger Bonte, Sjoerd Kelder, Wout Druijf en Jan Kuin. Maar Wout kwam binnen en Holger ook en hij meldde dat Sjoerd op de gang stond en dus was al mijn hoop op Jan gevestigd. "Jan, ga even lekker een tukje doen na het eten en verslaap je dan." Helaas; enkele tellen later wandelde ook Jan de zaal in dus was alle hoop de grond in geboord.

Dus maar een enkel kopje koffie bestellen en eens kijken hoe de diverse clubleden schaken. Zo’n dertig partijen dus er is van alles te zien. Sommige partijen komen traag uit de startblokken terwijl andere duels al bijna uit zijn. Frans Bouwman was rond kwart over negen als eerste uit en kon een punt incasseren tegen Jeroen Vlaar. Rinus van de Krol had toen al grote problemen met vorkjes en penningen en met zichtbaar genoegen zat Job Bueno de Mesquita te wachten op de aanstaande victorie. Herman van Vuure had twee verre vrijpionnen tegen Wim Prins die laatstgenoemde voor onbedwingbare problemen stelde.

Ben Zuurveld had steeds beter spel tegen Gerard van de Cuylenborg en liet deze uiteindelijk zijn koning in onoverkomelijke problemen komen. Willem van der Veen verkeerde toen al in zwaar weer tegen Rob ten Have. Uiteindelijk kreeg Willem een dolle koning maar dit maakte zijn stelling er niet beter op. Joop Mus had een doos pionnen achterstand tegen Herman Muller en Lex Griffioen had een prettige aanval tegen Frank Tieken. Romke Dijkstra had een toren versierd tegen Loots en Jan Schagen stond een stuk voor tegen Sernin van de Krol, in een stelling waar laatstgenoemde geen enkel tegenspel had. Al deze partijen eindigden volgens voorspelling.

Dat gebeurde ook bij Roel Ridderikhoff die gedecideerd Cees Meijer zijn stukjes afhandig maakte en bij Gerard Groot, die volgens mij de Trompovsky verkeerd aanpakte en geen kans kreeg tegen Ton Wessels. Toen hij ook nog een stuk weggaf was het een mooi moment om te stoppen. Bij de ontmoeting tussen Abel Romkes en Nel van Heerden lag dat anders. Abel stond riant – zo niet totaal gewonnen – maar Nel wist er een remise uit te slepen. 

Jan Smink speelde wat actiever dan Hero Bos en werd hiervoor beloond. Jeroen Oerlemans veroverde een stuk op Gerrit van der Hoff. Dat deed ook Peter Sijtsma tegen Anton Hommes. Gerrit Pannegieter speelde vorige week een prima partij tegen Holger Bonte en leek ook weer prima op weg tegen Hans Schouwink. Maar het pakte anders uit en uiteindelijk was Hans de gene die gefeliciteerd kon worden. Arend Stapel en Ge van den Berg speelden een partij waarin de remise marge nooit werd overschreden. Holger Bonte had het vorige week dus al moeilijk tegen Gerrit maar mocht nu tegen Arnold van der Wolff. Die bleek in een vrij korte partij de sterkste. Aad Laan en Bart Voorn raakten beide in tijdnood en besloten tot remise; Cees de Boorder was te sterk voor Boris Steeman terwijl Eric Pot de goed in vorm zijnde Leen Parlevliet de baas was en Rens van der Klei Cees Wessels bedwong.

Interessant was het eindspel tussen de Jannen Kuin en Tuinstra. Kuin had een pion voor in een eindspel met louter pionnen maar winst leek nog geen sinecure. Eén prutszet van Tuinstra was voldoende om dit beeld dramatisch te veranderen. Hij gaf zijn belangrijkste pion weg. Piet Aardenburg komt doorgaans langzaam op gang. Zo ook tegen Hans de Vries. Eenmaal op stoom is hij vaak niet te stoppen en zo ook nu. Niks bijzonders, als je het zo leest, maar Hans is wel de man in vorm. Marten Ploeger had veel tijd nodig in de opening tegen Frans Kragten en leek een moeilijke avond te krijgen. Hij verloor een pion maar in een eindspel met pionnen op verschillende vleugels trok hij verrassend genoeg toch nog aan het langste eind. Ook Gerrit Roos zal niet klagen. Hij stond een dame achter tegen twee stukken tegen Wout Druijf. Met een stelling die het ergste deed vrezen. Toch ook hier ging de underdog er met het punt vandoor.

En zo bleven er een handvol partijen over die spectaculair in de slotfase beslist gingen worden. Fred Avis verloor snel een pion tegen Erik van Tooren. Deze vervolgde niet optimaal en Fred kreeg volop initiatief in ruil. De kansen leken volledig gekeerd toen Fred een pion won. Maar Erik begon met een wanhoopsoffensief met zijn extra pion dat zowaar doordrong. De pion promoveerde en de gedesilusioneerde voorzitter had even nodig om de deceptie onder ogen te zien.

Erwin Brouwer stond steeds erg actief tegen een gedrongen Bert Spil en won twee pionnen. Ook hier tijdnood, vooral voor Erwin en dan gebeurt er van alles. Bert kreeg zijn twee pionnen terug en met beide nog enkele seconden op de klok besloten ze maar tot remise. Tot groot ongenoegen van de verzamelde toeschouwers: een salonremise, zo was het veel gehoorde commentaar.

Sjoerd Kelder leek op weg naar een verrassing tegen Orchilbold Suhbat maar ook hier gooide de weinige bedenktijd roet in het eten. De eerste tijdnoodfase kostte hem een toren in een stelling waar hij een kwaliteit voorstond en ondanks een voorsprong van een flink stel pionnen kon hij de ondergang daarna niet voorkomen. 

Jan Haijer had een moeilijke avond tegen Bas van den Berg. Deze won een pion en leek het grootste deel van de avond een prima aanvallende stelling op weg naar de winst, maar ook hier begon te stand op de klok een grotere rol te spelen dan de stand op het bord. Jan ontsnapte enkele malen aan de ondergang en ontwikkelde tegenspel dankzij vooral een multifunctionele toren, die enerzijds de mataanval van Bas tegen hield en anderzijds een drijvende kracht was achter zijn eigen tegen-mataanval. Toen de dame binnenviel kon Bas kiezen tussen mat of torenverlies maar hij verkoos opgeven. Ook in de late avonduren is de zesentachtig jarige ouwe rot dus nog levensgevaarlijk.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *