Caïssa heeft een rijke historie. Het is, opgericht op 15 januari 1922, de oudste schaakvereniging in West-Friesland. Langzamerhand nadert het 100-jarig bestaan en in de aanloop naar dat jubileum zal regelmatig op de website een aflevering uit de serie ‘Caïssa 1922’ verschijnen.
In de loop der jaren zijn verschillende pogingen gedaan om het clubseizoen voor de Caïssa-leden aantrekkelijker te maken. Achterliggende gedachte is dat zo veel mogelijk schakers ook na een aantal maanden nog ergens voor kunnen spelen.
De clubcompetitie omvat al heel lang zo’n dertig ronden. Soms een of twee meer, soms een of twee minder. Dat hangt voor een groot deel af of de dinsdagavond met kerst en oud en nieuw valt. Er zijn verschillende systemen geweest om de prestaties te waarderen, maar altijd hadden na enkele maanden middenmoters en lager geklasseerden geen kans meer om een prijs te winnen. Hun achterstand op de top was daarvoor te groot geworden.
In 1989 werden voor het eerst extra prijzen uitgereikt, dankzij de komst van de bekercompetitie. Het was een idee van Jan Posch, wedstrijdleider van Caïssa. De spelers werden in vier groepen ingedeeld en op vijf aparte dinsdagavonden schaakten ze voor die bekercompetitie.
Een bekercompetitie is iets anders dan een bekertoernooi, waarin door loting partijen of wedstrijden worden vastgesteld. De verliezer valt af, de winnaar plaatst zich voor de volgende ronde. Uiteindelijk komt er een finale tussen twee ploegen of twee sporters.
De bekercompetitie is geen knockout-toernooi, maar een aparte competitie waarin om een beker wordt gespeeld. In de clubcompetitie van Caïssa kan het voorkomen dat een sterke speler tegenover een speler met een veel lagere rating zit. Ook in de jaren tachtig was dat het geval. Voor de bekercompetitie werden de deelnemers naar sterkte ingedeeld; ze is te vergelijken met het open Hoorns kampioenschap.
Caïssa had in die tijd een turbulente periode achter de rug. Verschillende leden stapten op en gingen bij het pas opgerichte HSV De Eenhoorn verder. Niek Narings, de kersverse clubkampioen, werd lid van Het Witte Paard in de Zaanstreek, Marco Schouten stopte vanwege studie. Van de top zes van de clubcompetitie 1987-1988 was Wilko van der Gracht (op de derde plaats geëindigd) de enige die in de bekercompetitie meedeed.
Het is niet helemaal duidelijk op grond waarvan de indelingen in 1988 zijn gemaakt. Er werden vier groepen van elk veertien man gevormd. De speeldata waren 26 september, 25 oktober, 22 november, 17 januari en 21 maart; steeds dagen waarop geen bondswedstrijden stonden gepland. Wilko was een van de favorieten in groep 1. Maar spelers als Jan Tuinstra, Fred Avis en Henk Sanou waren respectievelijk als zeventiende, achttiende en negentiende in de vorige clubcompetitie geëindigd en vonden zich terug in groep 2, terwijl enkele lager geklasseerden een plaats in groep 1 hadden gekregen.
Toch zagen de vier groepen er evenwichtig uit. Door de leegloop was het aantal deelnemers in de clubcompetitie gedaald van 73 naar 55 en daarom had Wim Bolle in groep 4 op de eerste dinsdagavond met bekerpartijen een vrije ronde.
Het instellen van de bekercompetitie had een voordeel: bij Caïssa werd ervaring opgedaan met het uitvluggeren. Tot dan was het gebruikelijk om aan het einde van een avond – en dat gebeurde zowel in bondswedstrijden als op de club – een partij af te breken en in een later stadium uit te spelen. In de bekercompetitie bedroeg de speelduur negentig minuten voor 36 zetten. Daarna kregen beide schakers nog vijftien minuten om uit te vluggeren. Afbreken, voor de teamleiders en de competitieleider altijd een heel gedoe, was er dus niet meer bij. Het was overigens wel mogelijk om een partij op een andere dag in dezelfde week te spelen, als dat op dinsdagavond niet kon.
In groep 1 veroverde Wilko van der Gracht de beker. Na overwinningen op Arend Stapel en Aart Kögeler speelde hij remise tegen Jan Posch die op de tweede plaats eindigde. In de vierde en vijfde ronde versloeg Wilko Aad Laan en Gerrit van der Wolff en had een punt voorsprong op de bedenker van de bekercompetitie die in de vierde ronde van Aart Kögeler had verloren. Bas van den Berg legde beslag op de derde plaats met evenveel punten als Jan Posch, maar met een lagere toernooiprestatierating (TPR).
Groep 2 kreeg een spectaculaire ontknoping. Leni Poeze was haar bekeroptreden begonnen met een nederlaag tegen Bas Hardewijn. Na triomfen op Frans Bouwman, Bert Spil en Jan Tuinstra had ze met nog één ronde te gaan een half punt minder dan Henk Sanou en Gerard Groot. Leni blunderde tegen Henk een stuk weg, maar naarmate de partij vorderde werd haar tegenstander onzeker. Henk raakte eerst twee pionnen kwijt en had toen nog wel remisekansen. Het eindspel van een paard tegen twee pionnen ging echter verloren.
Een dag later nam Fred Avis het op tegen Gerard Groot die bij winst op de eerste plaats zou eindigen. Gerard was niet bekend met de uitslag van de partij Henk Sanou-Leni Poeze. Fred – de kersverse voorzitter – wel, maar hield zijn mond. Omdat Gerard nog een minuut over had voor vier zetten, verknalde hij een gewonnen eindspel. Hij dacht iets te hebben overzien, toen Fred een loper wilde offeren. In plaats van dat stuk te winnen, verloor Gerard een loper en meteen de partij. Leni Poeze werd dus eerste, gevolgd door vier man met een half punt minder: Henk Sanou, Fred Avis, Ben van Aken en Gerard Groot.
Wiebe Ottenhof leek in groep 3 op weg naar een score van honderd procent. Hij had al Jan Kuin, Kees Degeling, Dick Pieterse en Rob Thijssing verslagen, maar struikelde in zijn laatste partij over Co Pater. Co was de bekercompetitie begonnen met een verliespartij tegen Cees de Boorder. Wiebe had evenwel een hogere TPR dan Co, omdat hij tegen de nummers twee, drie, vier, vijf en zes van de eindstand had gespeeld. Rob Thijssing klasseerde zich als derde.
De bekercompetitie in groep 4 werd wat onoverzichtelijk door niet opgekomen deelnemers. Peter Beuving en Johan Schouten speelden in de eerste ronde tegen elkaar en meldden zich daarna niet meer in Het Kontaktcentrum, aan de Loniusstraat. Ook Miranda van Graas-Beets en Wim Langereis speelden slechts één partij. Daan Tuinman kwam twee keer in actie. Zijn tweede partij was tegen Mark Baank die op de avond van het snelschaakkampioenschap (27 december) langs kwam en zich meteen als lid aanmeldde.
In Louis Peters kreeg groep 4 toch een goede winnaar. Hij versloeg de pas getrouwde Miranda van Graas-Beets in de eerste ronde en haar vader Piet Beets in de tweede ronde en een maand later ook Ben Zuurveld om tegen zijn naaste concurrenten Kees Overboom (tweede) en Nel van Heerden (derde) te remiseren.
Er zouden nog twee seizoenen met een bekercompetitie volgen. De consequentie van het initiatief was dat daaraan vijf avonden van de clubcompetitie werden opgeofferd. Een groot aantal leden vond dat te veel van het goede. In de jaarvergadering van 1991 werd een voorstel van Henk Sanou om de bekercompetitie af te schaffen met een grote meerderheid aangenomen.