Als het dinsdag is, moet dit De Huesmolen zijn (14)

Pakweg vijftig zetten doen in driehonderd seconden. Dat gaat niet altijd goed.

Het snelschaakkampioenschap van Caïssa heeft dit keer wel wat weg van een dolle dinsdag. In de eerste ronde met vierkampen ben ik in een groep ingedeeld met Jan Kuin, Johan-Paul Hendriks en Robbert van Dijkhuizen. Vooral Jan, JP en schrijver dezes maken er een dolle boel van.

Jan is mijn eerste tegenstander die een mindere stelling kan omzetten in een goede. Maar zijn vlag is gevallen en ik sta onder grote druk. Snel bied ik remise aan dat wordt gretig geaccepteerd.

In de tweede partij, tegen Johan-Paul, gaat het helemaal mis. Ik verlies stukken net zo veel als geld op een IJslandse bank. Snelschaken heeft zijn eigen wetten en af en toe krijg ik wat terug. Uiteindelijk blijven een koning en toren over, tegen koning, dame, paard en drie vrijpionnen voor JP. Hij is één zet van mat verwijderd, waarop ik mijn toren naast zijn koning zet. Als een echtpaar gaan ze het halve bord over om uiteindelijk in de volgende slotstelling terecht te komen: wit: Kh5, Df8, Pf5, e7, f3, h4; zwart: Kh7, Tg5.

Weer een ronde later verspeelt JP zijn winstkansen tegen Jan die de rollen omdraait en in het eindspel van koning met dame tegen koning alleen het vonnis mag voltrekken. Dat gebeurt echter niet: ook zij belanden in een patstelling.

Aan het einde van een weer gezellige avond blijkt wedstrijdleider Gerard Groot geblesseerd te zijn. Hij heeft zich aan een hand verwond, toen hij een dolle wisselbeker probeerde op te vangen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *