Bizarre ontknoping Caïssa 3

Caïssa 3 heeft het zwaarste openingsprogramma van alle bondsteams, maar het eerste wedstrijdpunt is binnen. In eigen huis werd De Waagtoren 5 op 4-4 gehouden.

In de tweede klasse A is het gedegradeerde Magnus/Anna Paulowna Combinatie de te kloppen ploeg. De tegenstander van dinsdagavond en het Texelse En Passant gelden op basis van de gemiddelde rating ook als kanshebbers. En juist die drie ploegen treft Caïssa 3 in de eerste drie ronden van de bondscompetitie.

Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat een gelijkspel zou worden behaald. Frans Kragten en Ton van Dijk stonden al snel onder druk en konden de Alkmaarse aanval niet stuiten: 0-2. De stellingen op de andere borden gaven niet het perspectief dat de twee bordpunten achterstand zouden worden weggewerkt. Toch gebeurde dat en na zes partijen stonden beide tweedeklassers op gelijke hoogte: 3-3.

Gerrit Roos scoorde maximaal, al stelde de Caïssa-routinier dat hij tegen David Baanstra ‘een beetje geluk heeft gehad. Hij dacht schaak te geven, maar dat leverde mij de kwaliteit op. En ik had al twee pionnen meer’.

Lex Griffioen versloeg oud-Waagtoren-voorzitter Nico Mak. Zijn laatste clubpartij, ook met zwart, had een teleurstelling opgeleverd. Na een vlotte onachtzaamheid werd Lex toen door Gerard Groot van het bord geschoven en hij besloot in de bondswedstrijd de opening zeer zorgvuldig te spelen.

Die kwam de zwartspeler goed door, toen na zijn twintigste zet een ‘giftig’ offer lonkte. Een Hoorns paard op f6 werd driemaal aangevallen en kon maar twee keer worden verdedigd. Lex leek een kwaliteit te verliezen, maar door met datzelfde paard de witte dame in problemen te brengen draaide het uit op het geven van een toren voor twee lichte stukken. De partij werd op prachtige wijze afgerond. De Caïssa-speler liet zijn beide paarden springen om de vorstin van de troon te stoten.

Er waren ook twee remises genoteerd. Co Buysman moest in een Engelse partij de dreiging van een ‘horse’ van Alexander Versluis in zijn stelling pareren. Mede door een zwarte pion op d4 was het voor hem als witspeler voorzichtig manoeuvreren, maar na het oppeuzelen van die pion ontstond een interessant eindspel van dame, toren en witveldige loper plus vier pionnen. De Alkmaarse stonden op beide vleugels, Co had vier ‘boertjes’ op de d-, e-, f- en g-lijn. Wit moest alert zijn op zwarte vrijpionnen op de flanken, zwart op een sterke witte aanval via het centrum. Daarop werd de vrede getekend.

Arend Stapel zat goed in de wedstrijd tegen Pieter Spaander, met bijna honderd ratingpunten meer (1713 om 1803) de op papier sterkste schaker van de avond. Bijzonderheid was dat de Laskervariant van het Damegambiet op het bord verscheen en die opening is uitgebreid aan de orde geweest bij de lessen van Job Delemarre. Arend heeft die bijgewoond en kwam dan ook goed uit de eerste fase van de partij. Vervolgens zadelde hij de witspeler met een dubbelpion op de e-lijn op en had zelf een actieve pionnenmeerderheid op de damevleugel. Met verdubbeling van de torens op de open d-lijn werd het initiatief voortgezet. Ook de Hoornse stukken stonden beter en dat leverde pionwinst op. Het eindspel ging in met dame, een witveldige loper en zes om vijf pionnen. Arends loper had zich echter wat verstopt achter de pionnen op de damevleugel en ook zijn dame keek vanaf de zijlijn toe. Met behulp van zijn doorstomende e-pion haalde de Alkmaarse schaker zwarts lichte stuk van het bord, al kostte hem dat wel zijn pion op e7. In een onduidelijk eindspel dreigde wit zwarts hele pionnenstructuur op de damevleugel op te blazen, maar Arend had de mogelijkheid van eeuwig schaak.

Alle toeschouwers pendelden vervolgens tussen de borden van Erwin Brouwer en Aad Laan. De wedstrijd kreeg een bizarre ontknoping. Erwin had de kwaliteit, al had Jeroen van Meeuwen als compensatie in het eindspel twee pionnen meer. Vooral die op c2 was een geduchte handenbinder voor de Caïssa-speler die zijn koning in de buurt moest houden om promotie tegen te gaan. Hoewel Erwin in de slotfase toch een aardige voorsprong in minuten had, overleefde hij die niet. Hij kreeg de kans om de zwarte f-pion te slaan, waarmee remise zeker was. Toen dat niet gebeurde, leverde het Waagtorense pionnenoverwicht op de koningsvleugel promotie op en precies op het moment dat zijn vlag viel, werd wit matgezet.

Aad stelde het gelijkspel veilig, met ongewilde medewerking van zijn tegenstander Guido Florijn die in het eindspel vier pionnen op de a-, b-, c- en d-lijn had. Beide spelers hadden een toren en een loper, maar de Hoornse stelling telde slechts twee pionnen. ,,Ik stond verloren’’, gaf Aad toe. ,,Door een foutje van hem kon ik één pion met schaak nemen en viel meteen een andere pion en de loper aan.’’ Daarmee hield het fortuin nog niet op, want in een gelijke stand viel de Alkmaarse vlag.

Caïssa 3 – De Waagtoren 5 4-4:
Ton van Dijk (1759) – Jeroen van Meeuwen (1770)………………………… 0-1
Erwin Brouwer (1729) – Albert van der Meiden (1755)……………………. 0-1
Lex Griffioen (1739) – Nico Mak (1743)……………………………………… 1-0
Gerrit Roos (1730) – David Baanstra (1759)…………………………………1-0
Arend Stapel (1713) – Pieter Spaander (1803)…………………………….. ½-½
Frans Kragten (1751) – Rob Heijink (1774)…………………………………. 0-1
Aad Laan (1682) – Guido Florijn (1744)……………………………………… 1-0
Co Buysman (1660) – Alexander Versluis (1712)…………………………. ½-½

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *