Al jaren loopt het tijdens het Open Hoorns met mijn sportieve prestaties niet naar wens. Opvallend genoeg speel ik bijna ieder seizoen in de eerste ronde met zwart en dat is dit keer een extra handicap, omdat ik in de clubcompetitie geen enkele zwartpartij heb gewonnen. Goed voor het zelfvertrouwen dus. Daar komt nog bij dat mijn eerste tegenstander (Ruud Velthuis) uitstekend speelt. Hoewel ik een prima stelling heb, doet hij alleen maar goede zetten. Mijn slotaanval draait uit op een fiasco. Er zit een mat in negen – of zo – in, maar met weinig tijd op de klok valt er weinig door te rekenen. Ruud blijft alleen maar goede zetten doen en ik verlies stuk achter stuk en de partij.
Na een remise tegen Rob Kooiman (een terecht resultaat) ben ik een weekje met vakantie. Terug in De Huesmolen sta ik anderhalf en twee punten achter op de toppers en dat is met nog vier partijen te gaan toch een flinke achterstand. Tegen Kees Wessels gaat het naar behoren, maar tegen Arend Stapel duidelijk niet.
Ook bijzonder is dat ik voor de zesde maal op rij met zwart tegenover Arend zit. Een paar dagen eerder waren we tijdens een bestuursvergadering aan het dollen en ik meende dat Arend beloofde geen Engels te spelen. Hij houdt zijn woord; het wordt Réti.
Vaak hebben de partijen tussen ons interessante momenten en dat is nu ook weer het geval. Zo geeft Arend in de post mortem aan dat hij heeft overwogen om een dame voor twee torens te ruilen. Omdat daar te weinig voordeel aan vast zat, heeft wit daarvan afgezien. Had-ie het maar wel gedaan! In de partij zelf kost het mij veel tijd en moeite om de druk in het centrum en via de diagonaal a1-h8 te verlichten en als dat ten koste van een pionoffer is gelukt, kan ik aan het opbouwen van een aanval gaan denken. Helaas, die vervelende mat in één gooit roet in het eten.
Een van de mooie momenten van de avond is de aanwezigheid van Jan Haijer. Jan, bijna 89, is enige tijd geleden vervelend gevallen met een pijnlijke breuk als gevolg. Het weerhield hem er niet van om een paar dagen later, gewapend met een stok ter ondersteuning bij het lopen, naar De Huesmolen te komen om voor Caïssa 4 een bondspartij te spelen. Daarna werd het rustig achter het schaakbord en heeft hij niet meer geschaakt. Maar Jan is nieuwsgierig naar de verrichtingen van zijn clubgenoten op het Open Hoorns en nieuwsgierig naar de clubgenoten zelf.
Als hij hoort van mijn sportieve malheur, zegt hij: ,,Ach, zelfs Euwe heeft een keer mat in één over het hoofd gezien. Voor mij ben jij ‘Kleine Euwe’.’’
Deze dinsdag kan niet meer kapot.